Kerkelijk zegel
De Christelijke Gereformeerde Kerk Culemborg heeft in het verleden nooit een kerkelijk zegel gehad. In juli 2002 is er een zegel ontworpen om op de officiële documenten van de kerk gebruikt te kunnen worden. De uitleg van de betekenis van het zegel luidt als volgt.
Het bovenste randschrift is het middelste gedeelte van de tekst uit Openbaring 3:8. Deze tekst benadrukt het belang van de Woordbediening.
In de tweede plaats is deze tekst gekozen omdat deze staat in het gedeelte waar ook gesproken wordt over ‘gij hebt kleine kracht, maar gij hebt Mijn Woord bewaard’. Het mag van de kleine gemeente Culemborg die ruim 133 jaar vacant is geweest gelden: kleine kracht. Maar door alles heen mag óók gelden: door genade Zijn Woord bewaard. Nog altijd is er in Culemborg een geopende deur. Het onderste gedeelte van het randschrift vermeldt de naam van de kerk waartoe het zegel behoort: Christelijke Gereformeerde Kerk Culemborg.
De voorstelling in de binnenste cirkel is symbolisch voor de Bijbeltekst en toegepast op de gemeente te Culemborg.
De uitleg van de symbolische voorstelling, van ‘buiten’ naar ‘binnen’:
- Vóór de muur met de deur is de grondkleur zwart: de kleur van deze wereld, van de zonde, de duisternis waarin wij mensen zijn gevallen door onze opstand tegen God in het Paradijs.
- In de deuropening is een opengeslagen Bijbel geplaatst met de letters Alpha en Omega: ‘Ik ben het Begin en het Einde’. Alles wat God in Zijn Woord gezegd heeft is waarachtig en betrouwbaar. Het Woord - en het vleesgeworden Woord - is ons in onze duisternis gegeven opdat we getrokken zouden worden tot het licht. Het Woord markeert de grens tussen licht en duisternis.
- Er loopt vanuit het Woord een weg, dóór de deur naar het licht. De weg des levens. Het Woord is een lamp voor onze voet en een licht op ons pad.
- De weg loopt in de richting van een berg, de berg Sion. De berg waarop God Zichzelf een offer heeft voorzien ter verzoening van de zonden van Zijn volk: Jezus Christus. Daarom op de berg het Christus-monogram: de letters Chi en Rho, de beginletters van Zijn ambtsnaam Christus. Het Christus-monogram is geplaatst in de rijzende Zon, de Zon der gerechtigheid. Christus is onze gerechtigheid en in Hem zijn we door Zijn bloed gerechtvaardigd voor God.
- Fundamenteel tussen het zwarte grondvlak en de Zon der gerechtigheid is de positie van de deur. Deze staat daar tussen in. Buiten de deur is de duisternis, achter de deur het licht. Op de drempel van de deur ligt het Woord van God en achter de deur loopt de weg tot God in Christus.
Zo symboliseert de deur in één keer diverse dingen:
- De deur is vormgegeven zoals de deur van het kerkgebouw aan de Ridderstraat in Culemborg: wie door de deur van het kerkgebouw binnen gaat zal het Woord ontmoeten, de Weg verkondigd krijgen, gewezen worden op Christus alleen, opdat men vanuit de duisternis getrokken zou worden tot het licht. Opdat men door geloof deel zou krijgen aan het rechtvaardigende bloed van Christus.
- De deur markeert ook het tijdelijke en het eeuwige. De deur is de poort waardoor het rechtvaardig volk zal treden. Het schijnsel van de eeuwige dingen dringt door de ramen van de deur door in het tijdelijke. Wie door de deur naar binnen treedt in dit tijdelijke leven, komt in aanraking met de Eeuwige, opdat hij voor eeuwig gered zou worden.
- In de deuropening ligt het Woord van God. Christus, het levende Woord, zegt van Zichzelf: ‘Ik ben de Deur; Ik ben de Weg’. Het binnentreden dóór de deur vraagt geloof in Hem Die de Deur is. Het betreden van de weg der zaligheid, vraagt geloof in Hem Die de Weg is. Zo symboliseert de deur ook de noodzakelijkheid van het geloof. Fundament voor het geloof is het waarachtige en betrouwbare Woord van God; het geloof dat dáárop gefundeerd is, richt zich maar op één voorwerp: Christus. Door dat geloof kan de weg ten leven betreden worden, en zal het hemelse Sion, het nieuwe Jeruzalem door genade binnengegaan mogen worden.
Moge het kerkelijk zegel niet alleen de saamhorigheid binnen onze gemeente bevorderen, de eigenheid van de gemeente tot uiting brengen, maar mag het ook een getuigenis geven van die ene Naam die onder de hemel gegeven is, door Welke wij moeten zalig worden.